Herinneringen aan Winschoten

23 november 2017 - Amersfoort, Nederland

Ja, de herinneringen aan opa en oma. Ik heb er nog een paar. De geur van kampfer spiritus ( dat was overal goed voor) en mottenballen. De schuur met pure nicotine in een flesje. Doodskop er op. Een paar druppels in het water, groente besproeien en je had geen bladluis meer. DDT, je werd er groot mee. 

Een koekoeksklokje op de hal, bij de trap. Daar kwam ieder uur zo’n poppetje uit een deurtje. Ik wachtte er wel eens op. 

Het toilet met een handel die op vrij of bezet sprong. Ooit kon ik de deur niet meer open krijgen en zat ik opgesloten. Het tumult dat achter de deur ontstond versterkte mijn paniek en ik begreep de door elkaar geroepen instructies niet. Na mijn bevrijding kreeg ik weinig troost .

De lange tuin met een kas waarin druiven groeiden en allerlei groenten en bessen in de tuin. Oma noemde het grasveld ‘ de bleek’. Tot aan het spoor kon je lopen naar achteren. Dat mama later vertelde dat de treinen met Joodse mensen via dit spoor gedeporteerd werden en dat zij briefjes uit de trein gooiden voor familie die achter bleef. Dat mama deze opraapte en op de post deed. Wat een tragedie en het besef was er nog niet.

In het begin reisden we per trein naar Winschoten en kregen we ter hoogte van het torentje van Nijkerk iets lekkers ( Rang en limonade of zo iets). Later zaten we in de VW ( HV-58-72) 

Eerst in de VW van meneer Canters die voor zaken naar het noorden moest. Ma met de kinderen achterin en papa later op de brommer. Ik zag klaprozen en zeurde om te stoppen. Later zeurde ik of er een raampje open mocht. Ma viel niet uit, maar haar hand kwam naar achteren en ze kneep mij in mijn been’ Dhr Canters mocht geen overlast van kinderen ervaren op zijn zakenreis. Het was een vreselijke rit.

 Ineke is ook ooit met papa op de brommer van Schiedam naar Winschoten geweest. Ik brandde van jaloezie. Ze had in een echt café limonade gedronken onderweg. Misschien zelfs een overnachting? Geluksvogel die zij was met haar benen in de bromfietstassen.

Later in onze eigen VW moesten we op de terugweg naar huis vaak een paar duiven meenemen. Die moesten gelost worden op de Veluwe. Papa klokte ze en opa bij thuiskomst in het hok. Die scharrelende pootjes over de bodem van de doos. Mijn handen jeukten op de doos te openen. Wel kon je soms net door een kiertje gluren. Daar zaten ze dan met hun verschrikte kopjes.

Foto’s